5. Gebruik van andere soorten vloerafwerking
Naast de voor direct verwarming zeer geschikte plavuizen vloeren (zeer geringe isolatieweerstand) kunnen ook parket, tapijt, of zeil als afwerking worden toegepast. U dient bij de fabrikant echter na te gaan of de afwerking ook geschikt is voor het toepassen met vloerverwarming. De maximale isolatieweerstand van de vloerafwerking mag niet meer dan 0,18 m2 x K/W bedragen.
Het voorbereiden van de ondergrond vind plaats zoals in hoofdstuk 4 is beschreven, de verwarmingsmatten dienen bij het toepassen van parket, tapijt, of zeil in een compensatielaag verwerkt te worden die tot een egaal oppervlak wordt afgestreken. Na het uitharden kan de bovenste vloerafwerking worden verlegd, deze moet over het gehele oppervlak met een daarvoor geschikte lijm worden vastgeplakt.
6 Gebruik van de geschikte bouwstoffen/materialen
U dient er zorg voor te dragen dat alle materialen die u gebruikt bij het aanbrengen en afwerken geschikt zijn voor vloerverwarming. HEATNET en de fabrikant zijn niet aansprakelijk voor het eventueel toepassen van ongeschikte materialen.
7 Elektrisch aansluiten van de Heatnet verwarmingsmatten
Het aansluiten van de verwarmingsmatten, als ook de benodigde thermostaten, dient in principe door een elektro-technische vakman te worden uitgevoerd. De aansiuiting op het lichtnet dient te geschieden op een groep welke voorzien is van een smeltveiligheid en aardlekautomaat.
Voor het regelen van de vioertemperatuur en/of de ruimtetemperatuur maken we gebruik van de Heatnet thermostaat, deze hebben als eigenschap zich automatisch aan te passen aan de ruimtecondities. Tevens is er, voor een verdere reductie van de verwarmingskosten, bij de ETC 641 een schakelklok geïntegreerd welke eenvoudig voor alle dagen in de week te programmeren is. (zie gebruiksaanwijzing ETC 601/641)
Bij het aansluiten van meerdere verwarmingsmatten* op een thermostaat (let hierbij op het maximale vermogen) dient men een lasdoos te gebruiken, die op een hoogte van 30 cm vanaf de vloer in de muur moet worden aangebracht. De voeler dient in een PVC buis direct op de inbouwdoos van de thermostaat te worden aangesloten .
De met elk hun eigen kleur gekenmerkte aansluitdraden (blauw = nul/zwart = fase) en hun omvlechting aan beide zijden, moeten in de lasdoos met dezelfde kleur worden aangesloten.
*Opmerking:
Omdat in badkamers en keukens dikwijls slechts 1 tot 2 verwarmingsmatten worden gebruikt, kan in deze gevalien de aansluiting van de aansluitdraden direct op de thermostaat (max. aansluitvermogen 3600 Watt) plaatsvinden.
8 Ingebruikname van de installatie
Om er zeker van te zijn dat de toegepaste lijm, egalisatiemortel etc. is uitgehard, mag de verwarming minstens de eerste week niet gebruikt worden.
Bij het gebruiken van een vloerafwerking welke dampdicht is, zoals bijvoorbeeld zeil, dient de ondervloer eerst 36 uur te worden verwarmd om het resterende vocht er uit te krijgen voordat de vloerafwerking wordt aangebracht.
Aanvullende informatie voor het aanbrengen van de verwarmingsmatten
- De fabrieksmatig aangebrachte aansluitdraden van de verwarmingsmatten kunnen desgewenst worden ingekort of middels de Heatnet verbindingsset en aansluitdraad worden verlengd.
- De voeler van de thermostaat kan middels een standaard kabel van 2 x 1,5 mm2worden verlengd.
- Zorg dat u, voordat u de voeler monteert, eerst de PVC buis aanbrengt om bij het eventueel defect geraken van de voeler deze te kunnen vervangen.
- Pas op dat de verwarmingskabel zelf niet beschadigt.
- De verwarmingskabels dienen na het leggen geheel te worden omsloten door lijm respectievelijk voegmortel.
- De verwarmingskabels mogen niet door dempingsgroeven in het beton lopen.
- De geldende technische normen dienen te worden opgevolgd.
- Zorg voor trekontlasting van de aansluitingen.
- De verwarmingskabels mogen elkaar niet raken of zelfs kruisen, er dient een onderlinge afstand van 5 cm te worden aangehouden.
|