Plaats van de thermostaat/aansluiting in natte ruimten

 

 

 

 

De meeste themostaten die door HEATNET worden gelverd zijn in te bouwen in de normale wandcontactdozen.

Montage van de ruimtesensor

De ruimte sensor meet de temperatuur van de ruimte. De ruimte-sensor is ingebouwd in de thermostaat. Deze wordt op ca 1,60 meter boven de vloer gemonteerd.
Tocht, plaatsen in direct zonlicht en plaatsing in de buurt van andere warmtebronnen moet worden vermeden.

 

Plaatsing van de vloersensor

Een thermostaat voor vloerverwarming is uitgerust met een vloersensor. Deze sensor wordt geplaatst in een buis, die tussen twee lussen van de vloerverwarmingskabel wordt geplaatst, zo dicht mogelijk tegen de oppervlakte van de vloer. Plaatsing in een buis is om eventuele vervanging van de vloersensor zonder extra breekwerk te kunnen uitvoeren.
Het aansluitsnoer van de vloersensor mag worden verlengd (tot maximaal 100 meter) met standaard elektriciteitskabel.

 

"Limitation sensor": Maximum en minimum temperatuur instelling

De OCD2 is voorzien van een "limitation sensor".
De instelling van de maximum temperatuur wordt gebruikt ter bescherming van de kabel en gehele vloerverwarmingsinstallatie.
De sensor wordt gemonteerd op een plaats waar een grote opwarming mag worden verwacht.

De minimum temperatuur is van belang om het comfort goed te regelen. Deze sensor wordt als een vloersensor gemonteerd.

 

De plaats van de thermostaat in de badkamer

Een badkamer wordt ingedeeld in 3 zones. De vochtigste zone wordt aangeduid als zone 1. In deze zone liggen het bad en/of douche.
Warm water produceert stoom dat in de directe omgeving van het bad en/of douche neerslaat. De minst vochtige zone wordt aangeduid als zone 3 en ligt het verst bij het bad en/of douche vandaan. Deze zone is nooit helemaal droog. Dampen van warm water komen immers overal.


Wastafel valt in zone 2. Toilet valt in zone 3.

Onze thermostaten mogen in zone 3 geplaatst worden.

Extra informatie m.b.t. aansluiten elektrische apparatuur in natte ruimten

De combinatie van water en elektriciteit kan gevaarlijk zijn. Daarom zijn er een aantal richtlijnen voor elektra in badkamers en douches: in het algmeen natte ruimten.
Er zijn twee opties:

1. Geen aardlekschakelaar aanwezig

Als de groep waarop uw badkamer is aangesloten niet beveiligd is door een aardlekschakelaar, zijn stopcontacten in de badkamer verboden.
Een uitzondering hierop vormt het speciale scheerstopcontact. U mag een lichtschakelaar aanbrengen, als dit een hooggeplaatste trekschakelaar is.
Andere schakelaars en dimmers moet u buiten de badkamer aanbrengen.
De lichtarmaturen die u gebruikt, moeten waterdicht zijn en geaard. U mag zowel halogeenlampen als gewone spots gebruiken, mits deze branden op een 24-volts transformator die u buiten de badkamer plaatst.

2. Aardlekschakelaar aanwezig

Als de groep waarop uw badkamer is aangesloten wel beveiligd is door een aardlekschakelaar, gaat het energiebedrijf uit van een zone-indeling. (zie afbeelding hierboven)
In de zones 1 en 2 mag niets op het gebied van elektra aangebracht worden. In de resterende ruimte (zone 3) mag u wel schakelaars, stopcontacten en verlichting plaatsen (dus ook halogeenlampen en dimmers).